Monday, July 18, 2011

De CES en Pont van Gouderak

Lange dagen op het werk, regen in het weekend, en dat allemaal in de komkommertijd. Wat komt er dan nog terecht van vogels kijken of buiten zijn in het algemeen? “Nog wat gedaan in het weekend” is de standaardvraag die je stelt aan collega-vogelaars. “Nee, het was helemaal geen weer joh” lijkt de laatste tijd steevast het antwoord. Is dat realiteit, passiviteit of pessimisme, of misschien een beetje van allemaal?

Na een week lang binnen zitten begint de zuurstofspiegel in mijn bloed dusdanig laag te worden, mijn ogen dusdanig gevoelig voor fel (buiten)licht en mijn longen dusdanig vol stof te raken, dat ik – weer of geen weer – simpelweg naar buiten moet. Gelukkig had ik net als de afgelopen weken een goed excuus om dat te doen, want ik mocht weer vogeltjes gaan ringen in de Stolwijkse Boezem. Tot mijn stijgende verbazing blijft Jonne op vrijdagavond na enig gewik en geweeg toezeggen dat ze mee gaat, ondanks dat ze daarvoor om 4 uur in de ochtend moet opstaan. Zodoende liepen we erg vroeg op zaterdagochtend weer met vier man/vrouw door het zompige veenmoeras te stampen, zwetend in regenbroeken om vooral niet nat te worden van de natte vegetatie. De netten stonden binnen no time op hun plek en bij de eerste ronde konden we vooral Winterkoningen ‘plukken’ (uit het net, voor alle duidelijkheid). We waren echter nog niet toe aan de tweede ronde toen het begon te miezeren en we vreesden een herhaling van vorige week, toen we de netten moesten sluiten voor stevige regen. Gelukkig was dit niet de neerslag waar wij of de vogels erg nat van werden, en erger werd het gedurende de ochtend ook niet. Buiten de nattigheid is zulk grauwe weer overigens prima vangweer. De mistnetten zijn bij bewolkt weer met weinig wind het moeilijkst zichtbaar en dat merk je ook aan de vangstaantallen. Hoewel we conform de CES-regels de vangstresultaten niet mogen beïnvloeden (vaste opstelling van netten zonder geluid of andere lokmethoden) hadden we vandaag als doel om het seizoensrecord van vorige week, namelijk 64 vogels, te verbeteren. Cor deed er nog een schepje bovenop door te melden dat ons all-time record op 69 vogels stond, een score die we op een goede dag toch moesten kunnen verbreken. Zaterdagochtend bleek zo’n goede dag. We vingen veel jonge vogels, vooral Tjiftjaffen en Fitissen, en ook weer een aantal Putters. Het aantal gevangen vogels werd na elke ronde langs de netten opgeteld door onze administratie (Jonne) en bij het laatste rondje wisten we dat het niet meer stuk kon. We eindigden op 83 vogels, een stevige verbetering van het oude record en eentje die moeilijk te verbreken zal zijn. De kwaliteit was overigens iets minder spectaculair dan de kwantiteit, tussen de 14 soorten zat niets onverwachts en deze keer hadden we ook geen buitenlandse terugvangsten.

Toen we in het begin van de middag thuis kwamen stond de bank er weer erg aanlokkelijk bij en de stemmen van Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra bleken ideaal om bij in slaap te vallen. Voor de zekerheid had ik maar een wekkertje gezet om voor de zwaarste buien, die de buienradar had voorspeld voor het einde van de middag, weer wakker te zijn zodat ik nog even snel een ‘meeuwenrondje’ kon doen. Die buien kwamen natuurlijk toch iets eerder dan gepland, maar in de auto zat ik prima droog en meeuwen hebben doorgaans niet zoveel last van vies weer (alsof ze enige keus hebben…). Rond Gouda zaten redelijk veel Kleine Mantelmeeuwen (zo’n 200 opgeteld op diverse plekken) maar helaas kon ik geen ringen of gekke soorten ontdekken. Tegen mijn originele plan in ben ik daarom toch maar wat verder langs de Hollandsche IJssel afgezakt richting Ouderkerk aan de IJssel. Niks geks te zien, tot ik op de terugweg een interessante meeuw zag staan net ten westen van Gouderak in een nieuw natuurgebiedje. Een grote meeuw met een ruipatroon dat kenmerkend is voor een derde kalenderjaar vogel (dus geboren in de zomer van 2009), een donkere iris en een vrij lange slanke snavel. Zou dat een…? Omdat ik deze vogels toch nog wat lastig te determineren vind in andere kleden dan volwassen, maakte ik een paar onscherpe determinatieplaatjes voordat de vogel weg vloog zodat ik eenmaal thuis onze eigen meeuwenexpert Johannes kon raadplegen. Hij kon gelukkig de determinatie bevestigen: de eerste Pontische Meeuw van het najaar (na de langste dag) is weer in de Krimpenerwaard aanwezig! Ongetwijfeld zullen er nog vele waarnemingen volgen in de loop van de zomer, hopelijk ook weer van enkele vogels met ringen. Al met al een behoorlijk geslaagd dagje in de regen. Naar buiten gaan met zulk wisselvallig weer is vaak het moeilijkst, maar als je eenmaal buiten bent valt het meestal mee!

Pontische Meeuw (Caspian Gull) langs de Hollandsche IJssel

Monday, July 11, 2011

CES-records en leuke meeuwen

Ondanks een zware week op het werk was het afgelopen zaterdag weer zover. Geen minuut later dan 04.00 uur ging de wekker, en dat terwijl we de avond daarvoor pas om half één thuis gekomen waren van een buurtavond. Eigen schuld? Ja, maar toch was het wel nuttig om ons (‘nieuwe’) gezicht daar even te laten zien. Of bedoel je dat vroege opstaan? Ja, ook eigen schuld, maar zelfs Jonne wilde weer graag mee CESsen dus hoeveel keus heb je dan nog?

Na het journaal van vrijdagavond werd voorspeld dat er ’s nachts een storing met regen over Nederland zou trekken, eerst over het westen van het land en daarna verder schuivend naar het oosten. In mijn optimistische naïviteit dacht ik nog dat dat zou betekenen dat het vast droog zou zijn als we om 05.00 uur op de CES-lokatie zouden aankomen. Dat bleek wel zo te zijn, maar ‘nacht’ is een rekbaar begrip en het ontbreken van regen betekende in dit geval dat de storing nog moest komen en zeker nog niet voorbij was. Het eerste uurtje konden we profiteren van de stilte voor de storm en het was zo broeierig dat we het om half 6 zelfs in ons T-shirt nog warm hadden. Toen het even later begon te waaien voorspelde dat niet veel goeds. Kort daarna begon de miezer, die uitgroeide tot enkele serieuze regenbuien. Dat zijn geen optimale omstandigheden voor het vangen van vogels, want een vogel die vast zit in een net, kan zijn verenkleed niet onderhouden in de regen en loopt daardoor vergrote kans om onderkoeld te raken. Om die reden gingen de netten een poosje dicht, zodat we geen onnodige slachtoffers zouden maken.

Alleen maar kommer en kwel dan? Nou, daar leek het in eerste instantie wel op. We bleken een verkeerde map meegenomen te hebben, waardoor we geen formulieren voor het invullen van de gegevens hadden. Daar hadden we gelukkig snel iets op verzonnen en met een wat verhoogde bloeddruk konden we vervolgens na de eerste ronde langs de netten veel vogels van een ringetje voorzien. Dat het toch niet alleen kommer en kwel was, bleek de rest van de ochtend, want het regende niet alleen waterdruppels, ook vogels. Ondanks dat we een poosje de netten gedwongen dicht moesten houden, vingen we een recordaantal vogels voor de CES 2011. De soort die eruit sprong, was de Putter. Deze vangen we bijna nooit in de boezem, maar toevallig hebben we bij één van de netten dit jaar veel bloeiende Kale Jonker staan, een soort distel met zaadjes waar Putters gek op zijn. Bijna elk rondje konden we daardoor wel een Putter uit het net plukken, wat uiteindelijk in totaal 7 exemplaren opleverde (4 jong, 3 oud). Daarmee waren alle jaarrecords in één regenachtige ochtend verpletterd. Natuurlijk waren wij daarover uitzinnig van vreugde. Wie het kleine niet eert…! Jonne was vooral blij met een jonge Grote Bonte Specht die we vingen, maar die ze (heel verstandig) niet hoefde vast te pakken. Fijne vogels zijn dat toch, alleen zou het prettig zijn als ze begrepen dat een hand niet van hout is. Mijn persoonlijke toppertje van de dag was weer een Belg, deze keer in de vorm van een Kleine Karekiet. Een flink gesleten ring, dus ik ben erg benieuwd wanneer deze wereldreiziger geringd is!

Zondagochtend ben ik in de rest van de Krimpenerwaard weer eens op zoek gegaan naar ringen om af te lezen. Veel meeuwen zijn weer klaar met broeden dus beginnen nu weer rond te zwerven en dat geldt in zekere mate ook voor veel andere vogels. Heerlijk, zo’n rondje door de polders met prachtig weer, dat had ik alweer veel te lang niet meer gedaan. In de polders rond Gouderak genoot ik vooral van de grote groepen Grauwe Ganzen (dat kan, als het gras dat ze eten niet van jou is), groepen Kieviten met behoorlijk veel jonge vogels daartussen, Bruine Kiekendieven en een overvliegende Grote Zilverreiger. Bij Schaapjeszijde besloot ik nog even naar de Hollandsche IJsseldijk te rijden om meeuwen te zoeken en besloot daarvoor een kijkje te nemen in het heringerichte gebiedje net ten oosten van Lageweg. Op dit vrijwel kale terreintje vond ik snel een aantal Kleine Plevieren en een mooi groepje Kneuen. Ook zat er een groepje meeuwen, bestaande uit verschillende soorten. De meeuw met een gitzwarte kop (Kokmeeuwen hebben eigenlijk een donkerbruine kop), dieprode snavel, onderbroken witte oogring en witte vleugels met enkel wat zwarte puntjes viel direct op: een mooie Zwartkopmeeuw. Die zien we in de Krimpenerwaard niet zo heel vaak aan de grond en dat is jammer want ze zijn vaak gekleurringd. Dit exemplaar was dat helaas niet, maar dat deed niets af aan het kijkplezier.

Al cruisend door de polder kwam ik langs het vrijwel droge helofytenfilter in polder Hoek, waar helaas geen Kleinste Strandloper aanwezig was (voor de mensen die niet dagelijks op www.dutchbirding.nl kijken: dat is een soort die afgelopen weekend bij Westkapelle voor het eerst in Nederland gezien werd). Wel vlogen er enkele Zwarte Sterns en klonk de luide zang van een Spotvogel. Op een weiland met wat koeien liep verderop een groepje van 17 Kemphanen die voor het merendeel nog in prachtig broedkleed waren. Daar heb ik op mijn gemakje eens van staan genieten. De bochtafsnijding langs de Lekdijk tussen Lekkerkerk en Bergambacht stond als volgende bestemming op het denkbeeldige lijstje en ondanks dat het hoog water was, zaten er enkele meeuwen op een kribbetje. De eerste van het rijtje bleek een volwassen Geelpootmeeuw te zijn. Deze soort heeft net zulke knalgele poten als alle meeuwen op dat dammetje, Kleine Mantelmeeuwen, maar heeft een lichtgrijze rug (mantel) in plaats van een zwarte. Een schaarse bezoeker in de Krimpenerwaard en dan ook nog eens in volwassen kleed, dan zijn ze het mooist! Ook deze vogel was ongeringd, wat jammer is omdat je zeker van zulke soorten graag wilt weten waar ze vandaan komen. Eerdere ringaflezingen van Geelpootmeeuwen in de Krimpenerwaard wezen op een zuidelijke herkomst, namelijk Zwitserland en Italië.

Zo werd zondag vooral een leuk meeuwendagje ondanks dat het geen ringaflezingen opleverde. Hopelijk brengt de zomer (Jonne is het er pertinent niet mee eens als ik nu al zeg ‘najaar’) nog veel van dat soort leuke dingen. De rest van de middag heb ik maar lui op de bank doorgebracht, met kromme tenen kijkend naar de rampzalig verlopen etappe van de Tour de France. Tijd dat ze wat zuidelijker komen, dan krijgen we vast weer mooie shots van Zwarte Wouwen en Vale Gieren!

Monday, July 4, 2011

Frietzanger en nieuwe tuinlijst

Voor het eerst in tijden ging de wekker zaterdagochtend weer eens om 04.00 uur. Nadat ik een aantal CES-ronden was ‘geëxcuseerd’ om dat er voldoende handen beschikbaar waren en ik volgens Cor ‘mijn tijd ook beter kon besteden’ was ik afgelopen zaterdag weer aan de beurt om mee te doen met een lekker ochtendje vogels ringen in de Stolwijkse boezem. Het was voor het eerst sinds Jonne en ik in ons nieuwe huis langs de Vlist waren ingetrokken dat de wekker zo vroeg ging en het kostte enige moeite om op te staan. Gelukkig hoefde ik niet zo heel zachtjes te doen, want Jonne had besloten weer eens een keertje mee te gaan. Leuk! Met een slaperig hoofd reden we even later naar Haastrecht, waar we overstapten bij Cor in de auto. Normaal zou Cor ons ophalen, maar we wonen nu aan de verkeerde kant van Haastrecht. Morrison pikten we ook nog even op en bij het gloren van de ochtend stapten wij in ganzenpas de boezem in om op ons pad zo min mogelijk vegetatie plat te trappen. De mistnetten waren snel opgezet hoewel de nummering bij één stel netten verkeerd om was, waardoor we die nog even moesten omwisselen.
Het broedseizoen van veel vogels loopt alweer ten einde en dat betekent dat er veel jonge vogels rondvliegen. Dat levert tijdens de CES altijd veel extra vangsten op en tijdens de eerste ronde langs de netten konden we meteen al flink gaan plukken. Inderdaad waren de meeste vogels jong, dit voorjaar uit het ei gekropen. Op het moment dat jonge zangvogels uit het nest vliegen, lijken ze vaak al heel veel op de oude vogels. Bij sommige soorten is het daarom best lastig om ze op leeftijd te brengen, maar bij andere is dat juist weer heel makkelijk. Op een CES locatie, waar regelmatig vogels gevangen en geringd worden, zijn rond deze tijd de meeste volwassen vogels al geringd en de jonge vogels nog niet. Zo vingen we een aantal jonge Rietzangers, die een mooie gelige tint hebben, allemaal ongeringd. Toen er een volwassen vogel in het net hing, zagen we meteen dat hij al geringd was. “Eentje van ons” is dan de logische gedachte, want de meeste geringde vogels die we vangen, hebben we eerder zelf geringd. Deze volwassen Rietzanger was echter een kleine verrassing, een buitenlander! Namelijk eentje die was geringd in België. Bovendien had hij aardig wat vet, dus hij werd prompt omgedoopt tot Frietzanger. Het niveau was weer hoog, maar dat zal wel liggen aan het vroege opstaan.

’s Middags hebben we rustig aan gedaan. De Tour de France was net begonnen, dus met (gemiddeld) half gesloten ogen hebben we, hangend op de bank, gezien hoe de desastreuze valpartijen meteen op dag 1 tot grote verschillen in het klassement leidden. ’s Avonds was het nog steeds lekker weer en we hebben buiten gegeten op het kleine parkeerplaatsje naast ons huis. Het is wennen aan de nieuwe omgeving, maar het is wel lekker rustig met planten, vlinders en vogels overal om ons heen. Waar buiten eten vooral goed voor is, is natuurlijk de nieuwe tuinlijst die we aan het maken zijn. Op een tuinlijst staan alle vogelsoorten die je vanuit de tuin gezien en/of gehoord hebt en als je net op een nieuwe plek woont, groeit die lijst natuurlijk snel. Jonne wilde er graag een soort wedstrijdje van maken, dus we houden allebei een apart lijstje bij. Vanavond is Jonne weer twee soorten op me ingelopen, maar met nog steeds een ruime voorsprong voel ik me op dit moment nog redelijk veilig! Aan de andere kant, ik zit nu helaas twee maanden doordeweeks in een kamer in Wageningen dus ze heeft nu de kans om het mij flink lastig te maken…