Sunday, July 1, 2012

Ringinstructies


Zaterdag 30 juni 2012

Wat lekker hè, die lange dagen in eind juni? Om daar optimaal van te kunnen genieten, moet je echter wel erg vroeg opstaan. De starttijden voor het CES-project zijn volgens de richtlijnen gekoppeld aan zonsopkomst en de wekker ging daarom vanochtend erg vroeg. In dat opzicht was het geen grote verrassing dat ik me vorige week genadeloos versliep. Deze keer zat ik gelukkig wel op tijd in de auto om Morrison en Cor in Haastrecht op te halen en korte tijd later liepen we in de Stolwijkse Boezem. Het Zuid-Hollands Landschap, de beheerder van het gebied, had de paden netjes voor ons gemaaid en uit de voetstappen in het natte gras konden we opmaken dat Marcel al in de boezem aanwezig was. Inderdaad stonden de eerste mistnetten al op en in mum van tijd was de rest ook klaargezet om vogeltjes te vangen. De weersomstandigheden waren zeer aangenaam, hoewel de netten door vogels makkelijker worden gezien als er een felle zon op schijnt. Al voordat we het eerste rondje liepen langs de netten, kwam Morrison aanlopen met de eerste vogel, een Winterkoning.

Even na 07.00 uur werd Cor gebeld door de jeugdwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep de Krimpenerwaard (NVWK) met het bericht dat ze aan het begin van de Stolwijkse boezem stonden. Vandaag zouden we bezoek krijgen van een aantal jeugdleden van de NVWK en twee begeleiders, om ze kennis te laten maken met ringonderzoek. Cor had alle ringspullen in duplo meegenomen, zodat hij op het gemak alles kon uitleggen en laten zien aan de kinderen. Na een rondje rond de netten met de kinderen, nam Cor ze mee naar de ringplek, waar we gelukkig genoeg vogels hadden om het daadwerkelijke ringwerk te demonstreren. De methode voor het bepalen van de vleugellengte was redelijk voorspelbaar, maar zoals altijd leverde de bepaling van de broedvlek en vetgraad verbaasde gezichten op. Hierbij blaas je de veren op de buik en keel opzij, zodat je de naakte huid kunt bekijken. Normaal gesproken zie je dit bij vogels niet, tenzij je ze in de hand hebt. De determinatie van een gevlekte jonge Roodborst en Heggenmus bleek ook leerzaam en een jonge Koolmees boezemde ontzag in door fel van zich af te bijten. Om de beurt mochten de kinderen een vogeltje loslaten. Ondertussen boden de pas uitgevlogen Buizerds boven de boezem vermaak. Eén van de kinderen bleef bij ons achter toen de anderen weer vertrokken waren en hij had de mazzel om nog een paar leuke vogels van dichtbij de kunnen zien. We vingen later op de ochtend onder meer een Spotvogel, Boomkruiper en mannetje Grote Bonte Specht. 

Jonge Torenvalken op het nest in bange afwachting van wat er gebeuren gaat (foto Morrison Pot).

In het begin van de middag was ik weer thuis en na een lekkere lunch buiten in de tuin reed ik weer naar Haastrecht om Morrison op te halen. Eerder deze week was ik gevraagd of ik een nestje Torenvalken kon ringen in een loods van het hoogheemraadschap in Berkenwoude. Een mooi klusje voor een zaterdagmiddag. Morrison had nog geprobeerd om zijn jongere broertje mee te krijgen, maar de spelcomputer bleek interessanter. Bij de loods in Berkenwoude zagen we direct moeder Torenvalk wegvliegen naar een lantaarnpaal even verderop. Het nest zat op bijna 5 meter hoogte en ik liet het graag aan Morrison over om de drie jongen in een emmertje te zetten en beneden te brengen. Samen hadden we de kleine schreeuwertjes snel geringd, terwijl we ondertussen plannen zaten te maken hoe we een wat breder roofvogelonderzoek zouden kunnen opzetten in de Krimpenerwaard. Morrison verzamelde wat braakballen van de Torenvalken en van een Bosuil die blijkbaar ook vaak in de loods zit, om te kunnen bepalen van welk voedsel de vogels hier afhankelijk zijn. Hopelijk zien we deze jonge Torenvalkjes nog eens terug!

Jonge Torenvalk op de weegschaal. Op basis van gewicht en vleugellengte is deze vogel ongeveer 16 dagen oud (foto Morrison Pot).