Friday, October 28, 2011

Bladkoningen tijdens weekendje Schier

De weersvoorspelling was veelbelovend, we hadden tijd en zin, we wilden er graag nog even samen opuit, Matthijs en Fransje gingen ook, er was nog een goedkoop last-minute appartementje beschikbaar en de jaarlijst van Jonne kon nog wel een boost gebruiken. Al met al genoeg redenen om een weekendje naar de Wadden te gaan. Onze keuze was gevallen op Schiermonnikoog. Het enige voor toeristen toegankelijke Waddeneiland waar ik nog nooit geweest was, goed behapbaar in een weekend en, last but not least, Matthijs en Fransje wilden daar ook heen. Donderdagochtend hadden we geboekt en vrijdagmiddag stonden we op de boot van 17.30 uur.

Ondanks de frisse wind en eigenlijk ook tegen Jonne d’r zin gingen we boven op het dek staan om in het laatste licht van de dag nog wat vogels te kunnen zien. Dat leverde in de haven van Lauwersoog al de eerste nieuwe jaarsoort voor Jonne op, een Drieteenmeeuw. Tijdens de vaart van slechts 45 minuten naar het eiland, dat je vanaf het vasteland al goed kunt zien liggen, zagen we ook de eerste jager van het weekend. Een jonge Kleine Jager zwom enkele tientallen meters naast de boot en liet zich kort maar uitgebreid bestuderen. Fransje wilde graag zeehonden zien, maar door de hoge waterstand gaven we haar weinig kans tot we vlakbij Schiermonnikoog de kop van een Gewone Zeehond boven water zagen steken. Het weekend begon goed, zeker als je de lat voor jezelf niet al te hoog legt en vooral voor de gezelligheid gaat. Dat lukt mij niet altijd even goed, maar deze keer gelukkig wel!

Zaterdagochtend stond er geen wekker en met Matthijs en Fransje hadden we ook niets afgesproken. Toch liepen we toevallig vrijwel gelijktijdig weg bij de kampeerboerderij om bij het dorp ontbijt en ander proviand in te slaan. Een mooi moment om de planning door te nemen en we besloten vandaag afzonderlijk het westen van het eiland te verkennen en morgen gezamenlijk de kwelder in het oosten op te gaan. Jonne en ik begonnen in de bossen aan de noordwest kant van het eiland, waar zelfs Jonne de smaak te pakken kreeg en alert was op roepjes en gepriegel van kleine vogels in de bosjes. Dat leverde al gauw een groepje Baardmannetjes op die luid ‘ping’-end een rondje vlogen. Ook vonden we een hele late Fitis, die nu allang in Afrika had moeten zitten. De reden voor zijn vertraging was duidelijk: hij zat niet erg lekker in zijn veren. Een misvormde snavel was het probleem, waardoor hij waarschijnlijk niet voldoende voedsel kon binnenkrijgen om snel genoeg op te vetten voor de trek. De vogel zal de winter niet overleven. Natuurlijke selectie in actie.

Oktober is de maand van de zeldzame loofzangertjes, vooral op de Waddeneilanden. De Bladkoning is er daar één van. Hoewel ik dit jaar al genoeg geluk heb gehad met deze soort op Westenschouwen, had Jonne de soort nog nooit gezien. Dit weekend had ze een goede kans om hem bij te kunnen schrijven. Ze kende het geluid van de Bladkoning, dat ik al meer dan genoeg had laten horen, en wist dus waar ze op moest letten. We moesten er alleen nog een vinden. In de bosjes langs de Prins Bernhardweg, één van de geasfalteerde paden naar het Noordzeestrand, hoorde ik een Tjiftjaf voorzichtig zingen. Een algemeen familielid van de Bladkoning, waarmee deze graag samen optrekt. We stopten bij de Tjiftjaf en luisterden ingespannen om andere roepjes te horen. Enkele seconden later klonk vlak naast ons plotseling een scherp en hoog ‘tsuWIE’. Terwijl Jonne met grote ogen van verbazing haar mond opende om iets te zeggen, had ik het er al uitgefloept: een Bladkoning! Een aantal keer riep hij opvallend hard voor zo’n ontzettend klein priegelvogeltje (hij is maar een fractie groter dan een Goudhaantje) en even later vloog hij het pad over. Snel kregen we hem open en bloot in beeld op een takje en terwijl Jonne naar haar eerste Bladkoning keek, hoorden we ineens hetzelfde roepje achter ons. Een tweede Bladkoning! Jonne was bijzonder opgetogen en ik natuurlijk niet minder. En dan te bedenken dat de dag nog maar net was begonnen!

In de middag volgden diverse leuke waarnemingen elkaar op. Op het Noordzeestrand kwamen we een prachtige groep van zo’n 30 Strandleeuweriken tegen die zich op korte afstand mooi lieten bekijken. Deze soort had Jonne pas een week daarvoor voor het eerst gezien op de Brouwersdam. De roofvogels deden het ook leuk met veel Sperwers, enkele Haviken, Blauwe Kiekendieven en met als hoogtepunt niet minder dan 3 Ruigpootbuizerden. Het is duidelijk dat er dit jaar veel meer van de laatstgenoemde in Nederland terecht zijn gekomen dan normaal. Zouden de geruchten dat het een extreem koude winter wordt dan toch waar zijn…?

Hoe dan ook, met Bladkoning ‘in de pocket’ was voor de rest van het weekend de druk van de ketel. ’s Avonds hebben we lekker gegeten in het dorp en waren we veel te moe om het laat te maken. Heerlijk, zo’n weekendje weg.

Thursday, October 13, 2011

Toptelling en Big Sit!

Iedereen die ik erover vertel is het met me eens dat de Big Sit! alleen maar verzonnen kan zijn door Amerikanen. Dat ik er graag aan mee doe, wordt vaak wat minder begrepen. De Big Sit! (mét uitroepteken) is een vogelwedstrijd waar verspreid over de Verenigde Staten vele teams aan mee doen en die langzaam maar zeker uitwaaiert over de rest van de wereld. Het principe is simpel: op een bepaalde dag (dit jaar zondag 2 oktober) moeten de deelnemende teams proberen vanuit een cirkel met een diameter van 17 voet zoveel mogelijk verschillende soorten vogels waar te nemen. De gebruikelijke regels zijn van toepassing: dode vogels tellen niet mee, en “horen is scoren”. De kans om deze wedstrijd te winnen in de Krimpenerwaard is nihil, maar het geeft een goed excuus om een poosje buiten te staan. Zoals enkele jaren geleden deden wij met de Natuur- en Vogelwerkgroep de Krimpenerwaard (NVWK) mee op trektelpost De Hoekse Sluis bij Bergambacht. Begin oktober is een geweldige tijd om trekvogels te tellen en onze verwachtingen waren hooggespannen. Rob haalde Cor op uit Haastrecht en daarna mij uit Vlist, en gedrieën kwamen we om iets voor 8 uur aan op de telpost. Het was net licht en er waren nog weinig vogels zichtbaar in de lucht, dus gelukkig hadden we voldoende tijd om een batterij telescopen op te zetten en te genieten van de roze gekleurde oostelijke horizon. Erg lang duurde deze rust echter niet.


Vogeltrek is in zekere mate goed te voorspellen. Weersomstandigheden, aanvoer vanuit Scandinavië (te zien op de website van de trektelpost op Falsterbo, het zuidelijkste puntje van Zweden) en kennis over welke aantallen vogels je kunt verwachten zijn basiselementen van de voorspelling. Een week geleden hadden we de eerste golf Vinken over ons heen gekregen, dus die ‘begonnen te vliegen’, maar gedurende de week was het relatief rustig met niet al te best weer. Daarnaast waren er nog weinig lijsterachtigen binnengekomen uit Scandinavië terwijl begin oktober daarvoor toch de tijd is en het niet lang meer kon duren. De binnenkomst van lijsterachtigen zoals Koperwieken kan massaal en spectaculair zijn. Met de wetenschap dat de weersomstandigheden op zondag 2 oktober prima waren voor (zichtbare) vogeltrek en er veel vogels ‘onderweg’ waren, stonden wij gespannen de in de lucht te turen. Na een uurtje barstte het geweld los.

De tikkentellertjes werden verdeeld: Cor zou de Graspiepers doen, Rob de Vinken en ik de Koperwieken. Dat resulteerde bij één van ons in een pijnlijke duim. Wat begon met bescheiden groepjes van 10 tot 20 groeide uit tot prachtig uitgezwermde groepen van soms meer dan 100 Vinken. Hoe wanhopiger Rob werd, hoe meer Cor en ik er plezier in kregen om alsmaar langsvliegende groepen Vinken door te geven. Ondertussen vlogen ook andere soorten heel aardig. Cor kon zijn lol op met kleine groepjes Graspiepers en ik werd soms verrast door mooie bolvormige wolkjes Koperwieken. Behalve veel pap zagen we ook krenten. De Grote Lijsters vlogen best aardig, wat resulteerde in een dagrecord van die soort. Twee hoog overvliegende plevieren bleken zwarte oksels te hebben: Zilverplevieren, een zeldzame verschijning op De Hoekse Sluis. Een Beflijster vloog mee met twee Zanglijsters, een Bonte Strandloper met een Watersnip. Tussen de Graspiepers hoorden we een aantal keer de rauwe roep van een Waterpieper en in een groep Vinken vloog een Smelleken mee. De echte klapper kwam echter al vroeg in de ochtend. Tussen de kleine zangvogeltjes zag ik boven de dijk, vlak voor de telpost, plotseling een dikkere vogel aan komen vliegen met een opvallend lange staart. Alle alarmbellen gingen direct rinkelen en ik riep gauw ‘klauwier!!’. Rob en Cor hadden de vogel snel te pakken en alledrie waren we er heel snel uit: een prachtige brede witte baan over beide vleugels, de markante koptekening en forse formaat duidden op een onmiskenbare Klapekster. Een nieuwe telpostsoort, voor Rob een nieuwe soort voor de Krimpenerwaard en voor mij pas mijn tweede ooit in de waard. Het kan bijna geen toeval zijn dat op De Horde, een telpost op de Lekdijk ongeveer 20 kilometer stroomopwaarts, kort voor onze waarneming ook een Klapekster was gezien.

Alsof dat nog niet genoeg was bleef het aantal soorten maar groeien, wat in het kader van de Big Sit! natuurlijk goed uitkwam. Op een strekdammetje voor de telpost ging kort een meeuw zitten die werd herkend als een derde kalenderjaar Pontische Meeuw, mogelijk een vogel die ik samen met Jonne enkele weken terug ook langs de Lek had gezien. De vogel vloog op en verdween in zuidwestelijke richting, dus mocht worden bijgeschreven op de tellijst. Halverwege de telling kwam er versterking in de persoon van Mieke Verwaal die goed binnenkwam met de opmerking dat er een ‘roofvogeltje’ aankwam. Toen ik met de verrekijker keek in de richting die Mieke aanwees, zag ik boven de Lek een Visarend flappen. Er werd hartelijk gelachen om de aanduiding ‘roofvogeltje’ voor zo’n grote majestueuze vogel. Tot onze blijdschap kwam de vogel, die duidelijk niet van plan was om snel door te trekken, vlak voor de telpost bidden en hij dook zelfs twee keer vergeefs in het water.

Aan het einde van de ochtend werd het steeds rustiger hoewel kleinere groepjes Vinken en Graspiepers bleven doorvliegen. Bovendien lag het regenfront inmiddels recht boven ons wat het zowel voor ons als voor de vogels minder aangenaam maakte. Aan het begin van de middag hielden we het dus voor gezien met een mooi aantal soorten en grote aantallen vogels. De dagrecords van Grote Lijster, Kneu en Vink werden verbroken; van de laatste telden we maar liefst 8512 exemplaren. Het totaal aantal soorten bleef steken op een respectabele 79, de hoogste score voor Nederland. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat wij ook het enige Nederlandse team waren dit jaar. De winnaar van de Big Sit! dit jaar is een team uit New Jersey, Verenigde Staten, met 117 soorten. Na deze goede trekdag verslechterde het weer waardoor de toevoer uit Noord- en Oost-Europa gestremd wordt. Komend weekend draait de wind weer naar het zuidoosten, daalt de temperatuur en wordt het droog. Perfecte condities voor wederom een vogelrijk weekend! Ik wacht gespannen af…

Meer informatie over de Big Sit! kun je vinden op www.birdwatchersdigest.com/bigsit