Thursday, January 26, 2012

Lekker een dagje de stad in

Zondagochtend werden we door Jonne afgezet bij het station en een paar minuten later zaten Morrison en ik in de trein naar Den Haag Centraal voor een lekker dagje de stad in. In de omgeving van Den Haag liggen mijn eerste herinneringen en hoewel ik er allang niet meer woon, blijft het leuk om in die contreien weer eens te bezoeken. Maar laat ik eerlijk zijn, de stad op zich was voor ons natuurlijk niet de reden om naar Den Haag te gaan. Op het station in Den Haag leenden we een OV-fiets en tegen de wind in vervolgden wij onze weg naar het westen, naar Scheveningen. Wind stond er namelijk, storm welhaast! En dan worden buiten het broedseizoen allerlei zeevogels naar de kust geblazen. Dit soort omstandigheden zijn vrij uitzonderlijk en het komt maar een paar keer per jaar voor dat je vanaf de kust zoveel zeevogels kunt zien als afgelopen zondag. Dankzij onze weermannen en –vrouwen kunnen wij vogelaars redelijk goed voorspellen wanneer het de moeite waard is om te gaan ‘zeetrektellen’ en Morrison had bedacht dat zondag wel een mooie dag zou kunnen worden.

Om een lange inleiding kort te houden, wij bevonden ons al gauw op de boulevard van Scheveningen. De pretpier bleek pas om 10.00 uur open te gaan, dus we moesten nog even geduld hebben voordat we vanaf het einde van de pier zeevogels konden gaan kijken. Geen punt, want op het strand was genoeg leuks te beleven. Over de branding vlogen al diverse Drieteenmeeuwen en een jonge Dwergmeeuw. Toen ik even afgeleid was door een groepje meeuwen, attendeerde Morrison mij erop dat er een mooie sneeuwwitte Zwartkopmeeuw langs vloog, een soort die in de winter nog schaarser is dan in de zomer. In de groep meeuwen die ik bekeek zat een Zilvermeeuw met een rode kleurring aan de rechter tibia (deel van het been boven het zogenaamde kniegewricht). Een Buijs-ring, zoals frequente aflezers van meeuwenringen dergelijke ringen noemen, naar de ringer die met deze ringen werkt. Een leuk begin, vonden wij.

Om iets over 10.00 uur liepen we de pretpier op waar altijd een vrolijk muziekje op staat. Onder de welluidende klanken van ‘Simply the best’ van Tina Turner deden wij vast onze regenbroek aan, in dit geval niet zozeer tegen de regen, maar tegen de harde wind. De klonten modder die daarna op de grond achterbleven deden mij opgelucht adem halen toen ik bedacht dat Jonne hier niet net had gestofzuigd. Bij het einde van de pier aangekomen, zagen wij dat er al een paar lokale vogelaars ter plaatse waren, waaronder Rinse van der Vliet, een bekende van het vogelringstation in Meijendel, waar Morrison actief is. Zeetrektellen is simpel: je gaat zitten, zet je telescoop voor je neer en gaat de zee afscannen om alle vogels die je ziet vliegen op naam te brengen. Als je jezelf goed hebt aangekleed, kan dat zelfs best comfortabel zijn, hoewel het meestal gewoon bar koud is, maar dat hoort er ook een beetje bij. Wat meteen opviel waren de vele honderden Drieteenmeeuwen die over de hele horizon spelend in de wind over de golven duikelden. Een zeldzaam spektakel en erg leuk om te zien, vooral de mooie onvolwassen vogels met een markante zwarte tekening op de witte vleugels. Naast de Drieteenmeeuwen waren de Zeekoeten goed vertegenwoordigd, vloog er af en toe een Jan-van-Gent of Roodkeelduiker langs en tot twee keer toe kwam een Middelste Jager langs vliegen, die en passant de Drieteenmeeuwen lastig vielen. Toen we eenmaal in de gaten hadden dat het soortspectrum niet heel breed zou gaan worden, verslapte de aandacht en besloten we meeuwen te gaan zoeken om ringen af te gaan lezen, net als vanochtend op het strand.

Morrison in actie bij het Malieveld in Den Haag

 
Rinse fietste met ons mee naar de Albert Hein, die gelukkig open was, en was zo vriendelijk voor ons een paar broden te sponsoren waar we meeuwen mee konden lokken. In de haven van Scheveningen deden we op verschillende plekken een poging, maar door de harde wind hadden de meeuwen er weinig trek in om te gaan zitten. Een paar keer kregen wij een glimp van een ring, maar het duurde even voordat we de eerste konden aflezen, een tweede winter Zilvermeeuw met een Noorse kleurring. Opvallend veel meeuwen bleken helaas niet geringd te zijn en al vrij snel was het brood op. Tijd om ieders weegs te gaan, en Morrison en ik togen terug naar de supermarkt om toch nog twee broden te halen. Na een enkele verwoede poging bij de boulevard om meeuwen te lokken, besloten we terug te fietsen richting het station, wetende dat we nog langs een paar parken zouden komen. Bij de eerste stop kwamen wel wat Kokmeeuwen netjes op het asfalt zitten en aten de Nijlganzen uit mijn hand, maar er zaten geen geringde vogels tussen. Bij het Malieveld hadden wij onze laatste kans. Op de heenweg ’s ochtends hadden we al een gekleurringde Nijlgans gezien en die konden we nu even opzoeken en aflezen. Het bleek een geringd paartje te zijn en beide vogels waren vorig jaar op het Malieveld geringd. Weinig trekdrift dus! Een hele stoet Kokmeeuwen stond op een rijtje op de kade van een vijvertje en konden een voor een gecontroleerd worden op ringen, maar pas toen we even verderop het brood tevoorschijn haalden kwamen we een exemplaar tegen met een metalen ringetje. Het was duidelijk geen lokale vogel, want van alle Kokmeeuwen die op het brood afkwamen was het een van de meest schuwe. Daardoor bleef hij weinig stil staan, maar Morrison had al snel gezien dat het zeker geen Nederlandse ring was. Telkens als de vogel enkele minuten kwijt was, dook hij plots weer op en toen hij eindelijk goed in beeld was, zag ik de grote letters LITHUANIA staan. Een Kokmeeuw dus uit Litouwen, wat leuk! De code op metalen ringen staat helemaal rondom de poot, dus elke keer konden we een deel van de code achterhalen, tot we helemaal rond waren en we allebei op dezelfde code uit kwamen. Deze succesvolle aflezing was een geschikt moment om de OV-fietsen weer in te leveren en op de trein te stappen. Daar werden we al lekker rozig van een dag in de wind en in Gouda kwam Jonne ons weer trouw ophalen.

’s Avonds restte ons nog de ringaflezingen te melden en van de Nederlandse Zilvermeeuw en de Nijlganzen hadden we binnen 24 uur een overzicht van alle gegevens van de vogels, zoals de ringdatum en –plaats en de eerdere aflezingen van anderen. Prachtig dat het zo werkt en het voelt altijd als een beloning voor je inspanningen om een ring af te lezen. Daarnaast was het dagje Scheveningen ook weer goed voor de jaarlijst, maar vooral was het gewoon heerlijk om weer even uit te waaien.

No comments:

Post a Comment